zondag, februari 19, 2006

so I think to myself ( and to you) "what a wonderful world"


Vanmorgen zal dat niet het eerste zijn geweest wat de meeste mensen dachten toen zij de gordijnen open trokken: het was grauw, mistig en niet al te warm.
Maar voor mij was het een goed begin van de dag. Waarom? Dat zal ik je vertellen. Van een vriend van me, Jan, heb ik de uitdaging aangenomen een boom in beeld te brengen die hij elke dag ziet op weg naar zijn werk. Het gaat om een kanjer van een Italiaanse Populier die bij de brug over de Wold Aa aan de Ceintuurbaan staat. Deze knaap moet een dikke 70 jaar oud zijn, volgens Rein Schut in een artikeltje in de Meppeler Courant van 12 april 2000. Tussen 1916 en 1933 liep hier namelijk de trambaan naar Hijkersmilde. Nadat de rails waren opgeruimd is genoemde boom hier hoogstwaarschijnlijk gepland.
Wat dit met die mist te maken heeft? Achter de boom is een hele woonwijk verrezen na de oorlog en door zijn hoogte moet je of met een flinke groothoelens, of van een behorlijk afstand de boom fotograferen; onherroepelijk krijg je er dan flats en andere omgevingselementen bij op. Het leuke van mist is dat die dergelijke ongewenste elementen wat verdoezelt ( scheelt nogal wat photoshoppen; als je dat kunt tenminste) Vanmorgen was dus een uitstekende gelegenheid om deze reus op de gevoelige plaat ( chip, tegenwoordig) vast te leggen.

Toen 's middags de zon eenmaal scheen heb ik het nog eens over gedaan. Dat niet alleen, om de benen even wat te strekken ben ik richting de Paradijssluis gefietst; altijd goed voor wat plaatjes van de Kalkovens en van het rijke leven op het water. Een Aalscholver zit heel wat rustiger dan een Pestvogel heb ik ontdekt. Iets makkelijker om te leren omgaan met mijn telelens ( eigenlijk een 75-210 mm zoomlens met een 2x converter; lensfouten worden dus ook zichtbaar).

Op de terugweg kwam ik mijn Pa, bovengenoemde Rein Schut, tegen; hij had vruchteloos gezocht naar de Pestvogels die de laatste weken in het centrum van Meppel opduiken. Want waar ze blijven als ze daar niet zitten?

Natuurlijk is het mooi als je na zo'n tochtje met goede foto's thuiskomt. Maar daar gaat het zeker niet alleen om: altijd realiseer ik mij weer dat de schepping waar ik zo van geniet, gemaakt is door de Schepper die ik Vader noemen mag. Wat een wonder, wat geweldig. Dan kan zo'n dag niet meer stuk; and I say to myself: "what a wonderful world"